Jong geleerd is oud gedaan

Een goede dag aan zij die zich interesseren of simpelweg nieuwsgierig zijn, 

Kort na mijn eerste publicatie in DAG, is mij door diverse kennissen duidelijk gemaakt dat een column in een krant niet zonder andere schrijfsels kan bestaan. Gevoelig als ik ben voor druk van buitenaf (als het mij uitkomt), luisterde ik braaf en ziehier het resultaat.

Om te beginnen natuurlijk die allereerste publicatie:

Jong geleerd is oud gedaan

Ik ben niet dik, nooit geweest en ik heb ook nooit een dieet hoeven volgen; het leven is niet altijd eerlijk, ik weet het. Wel heb ik, zolang ik me kan herinneren een intieme relatie met eten gehad. Op de lagere school had ik een vriendinnetje wier moeder heerlijk kon koken en waar ik dus opvallend vaak rond etenstijd verscheen. Soms leidde dit tot lichte paniek bij haar die ik eerde als opperkok, immers: als Isabelle kwam eten, moest er voor twee personen extra worden gekookt. Wellicht is in dat huis mijn neiging tot mateloosheid wel begonnen. Ik ervoer ontzag en verbeeldde mij bewondering wanneer mijn vriendinnetje, de opperkok en aanverwante tafelgasten mij voor de derde keer een bord vol zagen scheppen. Door veel te eten liet ik zien hoe lekker ik alles wel niet vond.

Aan de keukentafel waar ik normaal thuishoorde, heerste een heel andere visie op eten. Eten was een noodzakelijk kwaad en eten koken ook. Beide dienden dan ook minimaal te gebeuren en van genieten was al helemaal geen sprake (toen ik op achttienjarige leeftijd het ouderlijk huis verliet, zijn de pannen zeker acht jaar onverwarmd in de keukenkastjes blijven staan). Aan die keukentafel zat ik dan, als ontheemd klein Bourgondisch meisje in de dop. Wanneer mijn vader niet dezelfde liefde had voor lekker eten (maar traditie getrouw zelf alleen op zondag kookte), had ik vast en zeker geloofd dat ik een te vondeling gelegd prinsesje was.

In de afgelopen jaren heb ik veel verhalen gehoord van cliënten over ervaringen met eten in hun vroege jeugd. Iedereen heeft een relatie met eten en is voor de rest van zijn leven gedwongen een relatie met eten te houden. Dit betekent natuurlijk niet dat je relatie met voedsel voor eeuwig en altijd dezelfde hoeft te zijn. Anders dan met een partner van vlees en bloed, kun je de relatie die je met eten hebt wel degelijk veranderen als je dat wilt.

Het in kaart brengen van de geschiedenis van je (eigenaardige) eetgewoonten, kan helpen bij de eerste stappen op weg naar een ander eetpatroon. Zelf snap ik eindelijk dat mensen me niet waarderen om mijn grote eetvermogen (een merkwaardige overtuiging, ik weet het) en kan ik nu rustig net zoveel of weinig eten als ik nodig heb.

 Verschenen in DAG, woensdag 16-04-08. Zie: www.dag.nl

 

Share