Zo, die eerste week zonder sigaret in het café zit erop.
Ik moest bij de aankondiging van het rookverbod denken aan een vriendje van heel wat jaren terug. Deze man van over de twee meter had aan zijn doucheplafond een ijzerdraad bevestigd dat op zijn mondhoogte gebogen was tot iets rondachtigs. Daar paste precies een sigaret in. Zo hoefde zijn dagelijkse douche niet in conflict te komen met zijn eeuwige sigaret.
Ik mag dat wel: als je iets doet, moet je het goed doen. Maar hoe stop je nou (voor)goed met sigaretten. En met goed bedoel ik natuurlijk zonder kilo’s aan te komen omdat je simpelweg je ene verslaving hebt ingeruild voor een andere. De vraag is dus vraag eigenlijk, wat zorgt ervoor dat ik ga eten in plaats van roken en hoe voorkom ik dat?
Wat hebben rokers nu altijd dat niet-rokers missen? Juist: iets in hun handen. Dus wat zie je nu in alle cafés gebeuren? Er wordt meer gegeten. Kaas, worst, nootjes en bitterballen staan gezellig op de plek die altijd aan de asbak toebehoorde. Tja, wat moet je anders; zie maar eens ongedwongen over te komen met je rookhand zo plotseling zonder inhoud. Je kan natuurlijk je vrije hand in je zak stoppen, maar dat komt zo ongeïnteresseerd over. Je handen dan maar veelvuldig op de billen van je medemens terecht laten komen, is een ander uiterste. Hiermee krijg je ook geen vrienden, hooguit een kroegverbod. Een spelletje kaarten is wellicht de oplossing als je daarvan houdt. Niet meer naar het café gaan en zo de verleiding vermijden, kan ook. Helaas is er geen gemakkelijke weg naar een slank en rookloos bestaan. Je verslaving heeft de ruimte gekregen om verslaving te worden en gedrag afleren kost tijd en moeite. De trek in een sigaret ben je niet zomaar kwijt en het gevoel dat iets waardevols je is afgenomen ook niet. Wat je daarvoor in de plaatst gaat doen en op welke wijze, heb je wél zelf in de hand. Een schrale troost in een rookloos bestaan. Sorry.
Gepubliceerd in DAG 09-07-08