Mijn moeder noemde het een redeloze depressie. Wij, ik en mijn zussen, mochten drie keer per jaar een baaldag opnemen wanneer we gewoon echt geen zin hadden in school en alles wat daar om heen hing. Baaldagen, redeloze depressies: eigenlijk is er niks mis met je leven en toch voel je je ellendig. Zo’n dag dan maar als mislukt beschouwen en gewoon voorbij laten gaan (bij gebrek aan belangstelling), is misschien wel de beste optie. Gewoon accepteren dat niet alle dagen doorhuppeld hoeven te worden.
Pas in het afgelopen decennium is geluk echt onderwerp van onderzoek geworden. Daarvoor werd in de psychotherapie en gedragswetenschappen vooral aandacht besteed aan datgene wat er niet goed ging. Beklagenswaardige levens moesten van rottigheid worden ontdaan en dan kwam het geluk vanzelf. Geluk en ellende werden gezien als twee uiterste op dezelfde lijn. En met behulp van medicatie of therapie kon je ongewenste gevoelens doen afnemen en voilà: hallo geluk! Inmiddels is het bewezen dat er sprake is van twee verschillende systemen in je hersenen; eentje voor geluk en eentje voor ellende en dat je geluk dus niet noodzakelijk samenhangt met de afwezigheid van ongeluk.
Jammer genoeg zijn onze hersenen vooral geprogrammeerd om voorrang te geven aan ongelukkige gevoelens. Van oudsher is dit bedoelt om ons in leven te houden: we houden van zoet (energierijk), niet van bitter (gif) en wanneer de sabeltandtijger zich laat zien dan is de reactie in ons lichaam heel wat heftiger dan als we de eerste lentebloemetjes zien opkomen, simpelweg omdat het ene ons kan doden en het andere niet. Dat voorrang geven aan ellende boven geluk heeft grote invloed in ons gemoed. Zo blijken we het erger te vinden om te verliezen, dan dat we genieten van winnen. En in onze relaties hechten we vijf keer meer waarde aan een negatieve eigenschap of opmerking dan aan die kwaliteiten die we zo waarderen in onze partner. Tja, zo maken wel gelukkig worden wel erg ingewikkeld.
Maar wacht: als geluk niet afhankelijk is van de aan- of afwezigheid van ongeluk, dan is gelukkig zijn dus apart te beoefenen. Jawel, beoefenen. Geluk kan je trainen en gelukkig (..) zijn hiervoor steeds meer boeken, cursussen en wat dan ook over te vinden. Enkele richtlijnen om nu mee te beginnen: Begeef je onder de mensen, wees sociaal en hulpvaardig, ga niet in je eentje lopen piekeren. Ga de natuur in en kijk naar alles wat bloeit en groeit. En drie keer per jaar, indien nodig, neem je lekker een baaldag en laat je de dag gewoon voorbij gaan. Morgen weer een dag.