Ik zou het liefst elke dag blij en gelukkig wakker worden, zonder angsten, zonder onzekerheid en precies wetend wat ik wil gaan doen met de dag (en bij gevolg dus met mijn leven) om aan het eind ervan tevreden te zijn. Volgens mij sta ik in dat verlangen niet alleen.
Als het afgelopen jaar iets heeft duidelijk gemaakt, dan is het wel dat we niks volledig zelf in de hand kunnen hebben en dat ziekte en dood onvermijdelijk zijn.
Blaise Pascal, een wiskundige en filosoof uit de 17e eeuw, noemde dit de paradox van het mens-zijn: we kunnen ons de meest prachtige dingen in het leven voorstellen en tegelijkertijd maar van één ding zeker zijn: pijn en dood overkomt ons allemaal. Volgens hem was het beste wat je kon doen je kansen berekenen, welke dingen in het leven moet je doen om een zo groot mogelijke kans te hebben op een gelukkig leven?
Zijn beroemdste kansberekening had als uitkomst dat in God geloven de beste optie was. Immers als je niet in God gelooft dan heb je twee mogelijke uitkomsten: je gaat dood en er is niks, of je gaat dood en je komt in de hel. Wanneer je wel in God gelooft dan heb je ook twee uitkomsten: je gaat dood en er is niks, of je gaat dood en je komt in de hemel.
Maar goed, ook gelukkig zijn in je (dagelijkse) leven is dus eigenlijk een kwestie van kansberekening. Het enige wat je kan doen is bedenken wat je blij maakt en wat je zinvol vindt en die dingen ook gaan doen. Het blijft een gok, maar geeft je wel de grootste kansen.