Ik ben gelukkig want ik ben dun en omdat ik dun ben, ben ik gelukkig. Er is nu zelfs een reclame van een zeker kaasmerk dat de slogan ‘goed lijf, goed leven’ gebruikt en waarbij het uitgangspunt is dat je zelfs de meest genante momenten in je leven aankunt, zolang je maar een goed lijf hebt.
Helaas is het leven niet zo makkelijk als een filmpje van 30 seconden doet vermoeden. Mensen die eindelijk hun streefgewicht bereikt hebben, komen er vervolgens achter dat ze nog net zo (on)gelukkig zijn als daarvoor. De glans van een lager getal op de weegschaal schittert kennelijk niet de hele dag door.
Geluk zit ‘m dus ergens anders in. Professor Sonja Lyubomirsky noemt haar boek De maakbaarheid van geluk de eerste wetenschappelijke handleiding naar een gelukkiger leven.
Geluk is belangrijk, schrijft ze. Als gelukkig mens heb je meer vrienden, een beter huwelijk, meer geld, een betere gezondheid en je leeft langer.
Kom maar op dan met de weg naar het geluk! Wat moet ik weten en wat kan ik doen om gelukkiger te worden? Uit verschillende onderzoeken blijkt dat gelukkig zijn grofweg voor 50% erfelijk is. De mate van je goed voelen heb je dus grotendeels aan de genen van je ouders te danken. En daar is tot op heden niks aan te veranderen. Ongeveer 10% van je geluk mag je wijten aan omstandigheden. Onder omstandigheden vallen zaken als rijkdom, maatschappelijke status, uiterlijk en dus ook hoeveel je weegt. Tja, aan je omstandigheden kan je wel wat doen, maar veel maakt het voor je geluk niet uit. Blijft er nog 40% over om zelf in te vullen en de baas over te spelen. Niet veel, maar zeker ook niet weinig, aldus Sonja Lyubomirsky. Hoe je het best gebruik kunt maken van die 40% beschrijft ze in de rest van het boek. Niet direct een handleiding naar een slanker lijf, maar wel een eerlijk boek naar een gelukkiger leven. En dat is toch bijna net zo belangrijk als slank zijn. Toch?