Maar andere vrouwen vind ik altijd mooier, want als ik in de spiegel kijk, zie ik vooral wat er niet goed is aan mij. Wanneer ik dan ook nog eens niet in mijn broek kom, of een pukkel ontwaar op mijn gezicht, dan weet ik zeker dat ik er voor de hele wereld raar en lelijk uit zie. Gevolg: ik ben de hele dag neurotisch bezig met mijn zelfbedachte lelijkheid. Gevolg daarvan: alles gaat aan mij voorbij, behalve mijn treurige gemoedstoestand. Niet handig en al helemaal niet leuk.
Een dag later kom ik wel in die broek, is de pukkel weg en heb ik toevallig een goeie haardag. Die dag stap ik vol zelfvertrouwen in mijn mooiheid de deur uit en begeef mij onbevreesd onder de mensen.
Andere mensen hebben dit ook, dat weet ik zeker, ik heb het ze zelf gevraagd. Maar ik zie nooit wat raars of lelijks aan die andere mensen om mij heen. Echt niet. Althans niet zodanig dat het mijn hele gedachtepatroon een dag lang kan bezighouden; die obsessie bewaar ik blijkbaar alleen voor mijn eigen gefantaseerde lelijkheid.
Feitelijk is het niet mogelijk dat jij en ik zomaar en ineens een ander uiterlijk hebben. Ons zelfbeeld doet echter niet moeilijk over een imaginair make-overtje meer of minder.
Ons zelfbeeld is precies wat het woord al aangeeft: een beeld dat wij eigenhandig vormgeven. Al naar gelang ons humeur, omgeving en andere raadselachtige factoren, krijgt het beeld dat we van onszelf gemaakt hebben een dikke voldoende, of het geeft ons zo’n rotgevoel dat we de deur niet meer uit willen. Objectief is het dus niet, maar een grote invloed heeft het duidelijk wel. Hoe dat komt heeft te maken met de woorden die wij gebruiken om onszelf te beschrijven (hardop, maar ook in onze gedachten).
Korzybski, een Pools-Amerikaanse semanticus verwoordde het in 1933 als volgt: “Ons lijden komt voort uit het feit dat we onze talige weergave van de werkelijkheid verwarren met de werkelijkheid zelf”. Ik en jij hebben dus meer last van de woorden die we gebruiken om iets (ons spiegelbeeld bijvoorbeeld) te beschrijven, dan dat we daadwerkelijk last hebben van dat iets.
Stel je bijvoorbeeld eens voor dat je iets vervelends meemaakt, dan kan je reageren door te denken dat het afschuwelijk is en je echt niet weet hoe je hier nu weer overheen moet komen, of, je kan denken dat vervelende dingen nou eenmaal gebeuren, dat ze voorbij gaan en dat je dat prima aankan. Andere gedachten (woorden), ander gevoel, ander effect op de werkelijkheid.
En dat gaat dus ook op voor de wijze waarop we ons eigen spiegelbeeld aanschouwen; je bent mooi zoals je jezelf ziet!