Positief lijden, waar is dat goed voor?

Waarom is het wel: Men lijdt het meest door het lijden dat men vreest, maar hoor je nooit: Men is het gelukkigst door de genoegens die men verlangt? Ik denk dat dit is omdat verlangen naar iets wat je niet hebt, ergens ook inhoudt dat je niet helemaal tevreden bent met wat je wel hebt. En ook: wordt je verlangen ingelost, dan is het gelukkige moment vaak zo voorbij en voordat je het weet zit je weer gevangen in de slepende sleur van een nieuw verlangen. Vermoeiend.

Dan het lijden: zowel het vrezen als het ondergaan ervan duurt helaas nooit tekort, hoewel het daadwerkelijke lijden altijd meer behapbaar blijkt te zijn dan je vooraf had bedacht. Maar of je nu lijden vreest, of geluk verlangt, geen van beide brengt een echt prettige gemoedstoestand teweeg. Volgens de theorie van Schopenhauer is kiezen voor het lijden vrezen, de betere optie op weg naar bestendig geluk. Door te vrezen bereid je je voor op de mogelijke tegenslag (en kan je wellicht erger voorkomen) en als het achteraf wel meevalt, dan heb je nog geluk gehad ook. Positief lijden noemt hij het. Door schade en schande wijs geworden, zijn ouderen hier beter in dan de jeugd: “Wanneer er, toen ik jong was, gebeld of geklopt werd, was ik blij, want ik dacht: nu zou het komen. Heden ten dage, wanneer er geklopt wordt, schrik ik, want ik denk: “Daar komt het!’ (p. 57 De kunst om Gelukkig te zijn).

Schopenhauer vindt alle geluk illusoir en al het ongeluk reëel. Het zijn dit soort uitspraken waarmee hij zijn reputatie van pessimistische filosoof absoluut waarmaakt. Toch is ook het volgende gebaseerd op zijn gedachtegoed: Op sommige momenten dient onverwachts en zonder duidelijke reden de vrolijkheid zich aan. Die zeldzame toestand waarin geen sprake is van gevreesd lijden, of onnodig verlangen. Vraag op zo’n moment niet hoe het kan, geniet ervan!  (Wie opgewekt is, heeft altijd reden het te zijn, namelijk juist zijn opgewektheid zelf. p 25).

Share