Ik vind die sommige mensen soms niet leuk. Ik slaap niet makkelijk en tot een paar jaar terug zelfs meestal heel moeilijk.
Ik kan gewoon af en toe niet slapen, helemaal niet. Wat ik wel kan zo’n nacht is draaien, het te warm, of te koud hebben, piekeren, een extreem goed gehoor hebben, maar vooral gewoon wakker zijn. Klaarwakker en doodmoe van mijn slapeloosheid.
Hoewel ik dus nooit een makkelijke slaper geweest, lijk ik er enige vaardigheid in te krijgen. Ik heb erover nagedacht hoe dat kan en ben tot de volgende stappen gekomen. Wellicht heb je er wat aan als mede-slecht-slaper.
Stap 1 is, zoals bij alle slechte gewoontes, het accepteren van het ongewenste. Dat ging ongeveer als volgt bij mij: “Nou ja, dan lig ik maar wakker de hele nacht, dat overleef ik morgen ook wel”. Die ‘acceptatie’ brengt me in elk geval sneller in slaap dan het tegenovergestelde waarbij ik op de klok blijf kijken en wanhopig word van mijn steeds korter wordende nacht.
Stap 2 is dat ik de tijd neem voor mijn slaapritueel. Niet pas naar bed gaan als de acht-uur-slaap-grens zich aandient. Ik ga een uur eerder al naar bed en volg dan een vast ritueel van de koffie voor morgen klaarzetten, douchen, tandenpoetsen, nog even lezen en dan wil ik ineens, als vanzelf, het licht al heel graag uitdoen. Deze avondgewoonten brengen met hun regelmaat mij ook alvast wat rust zodat ik ontspannen naar bed ga.
Stap 3, tot slot, is oefenen: Ik heb mezelf dat uurtje eerder naar bed gaan echt moeten aanleren. Niets vind ik namelijk zo fijn als de stilte en de vrije tijd ’s avonds. Ik wil dan helemaal niet slapen. Nu na een paar maanden oefenen (ja, zolang duurt het wel om een nieuwe gewoonte aan te leren), vind ik het niet meer moeilijk en soms zelfs lekker om wat eerder naar bed te gaan. Ik schrik ook niet meer van het gevoel ‘slaap’ te hebben, het heeft niet meer de negatieve betekenis van minder vrije avondtijd en ook niet meer het gevoel van “Help, ik kan straks toch niet slapen” (dus laat ik nog maar een aflevering van Grey’s Anatomy zien).
Het vroege naar bed gaan voelt goed, het slapen gaat makkelijker (de stress eromheen is weg) en mijn dagen zijn fitter waardoor ik nog makkelijker, want voldaan over alles wat ik gedaan heb, in slaap val. Wat een heerlijk vicieuze cirkel!