Hoe het genoemd werd voor de uitvinding van de elektriciteit weet ik niet, maar ik sta vaker ‘aan’ dan ‘uit’. Het is de drang om mijn tijd nuttig te besteden en altijd oplettend te zijn vanuit de overtuiging dat activiteit beter is dan passiviteit.
Het resultaat is dat ik regelmatig verlang naar niks doen, maar op de momenten dat ik eindelijk zou kunnen ontspannen, ervaar ik in plaats van rust rusteloosheid. Niet fijn.
Je lichaam kan zich alleen optimaal herstellen wanneer het ontspannen is want dan werkt je stofwisseling het best en kunnen al je cellen gerepareerd en vernieuwd worden. Hoe beter jouw cellen zijn, hoe gezonder jij bent. Daarbij zorgt rust ervoor dat er hormonen vrijkomen die jou goed doen voelen.
Wanneer ik elke dag een moment niks doe, niet meer dan bijvoorbeeld naar buiten staren, in bad gaan, mediteren, lezen of hooguit een beetje rustig wandelen, dan voel ik me beter, blijer en gezonder. Ik slaap ook beter, concentreer me beter, ik ben aardiger en heb ruimte in mijn hoofd voor alles wat ik ook wil en moet doen. Af en toe uit staan is beslist lekker.
Hoe vaker je echt ontspant, hoe makkelijker het wordt. Zoals met elke goede gewoonte is het een kwestie van oefenen, dus train ik elke dag in elk geval 30 minuten om even niks te doen en ik word er al beter in.